Informatie aan de gemeente – Capelle aan den IJssel Zuid/West
januari 2021
Een vrouwelijke ouderling – hoe zat het ook al weer?
In 2018 kregen we in onze gemeente voor het eerst twee vrouwelijke diakenen. De generale synode van 2017 had besloten dat vrouwen geroepen kunnen worden tot alle ambten. Er bleek in de gemeente brede steun te zijn voor een vrouw als diaken. Maar over ‘de vrouw in het ambt van ouderling’ waren er duidelijk meer vragen. Ook van anderen, o.a. de kerkenraad van Capelle Noord, klonk er stevige kritiek op de besluiten van de synode, de GS Meppel 2017. Op verzoek van de kerkenraad reageerde ds. Rob Vreugdenhil uitgebreid op die kritiek. De kerkenraad kwam daarna tot de conclusie dat hij wel kon instemmen met het besluit van GS Meppel 2017, maar dat hij de onderbouwing van het besluit onvoldoende vond. De kerkenraad was overtuigd dat ook vrouwen ouderling kunnen worden, maar vroeg eerst aan de volgende synode om een besluit met betere argumenten. En omdat bekend was dat andere kerken bezwaar hadden gemaakt tegen de genomen besluiten, was het goed om de besluiten van GS Goes 2020 af te wachten. Dat gaf tegelijk ruimte voor onze gemeenteleden die niet konden instemmen met het besluit.
Inmiddels ligt er een besluit. De belangrijkste kern daarvan is dat de openstelling van de ambten van diaken, ouderling en predikant voor vrouwen niet teruggedraaid is. Het besluit van GS Meppel 2017 daarover is blijven staan. Wel is het besluit nu anders geformuleerd: ‘op basis van verantwoorde Schriftuitleg mag er in de kerken ruimte zijn voor de overtuiging en praktijk dat mannen en vrouwen op gelijke wijze geroepen kunnen worden tot alle taken in de kerk, ook tot de dienst in de ambten; daarmee behouden beide overtuigingen en praktijken hun volwaardige plaats in de kerken.’ Met die ‘beide overtuigingen’ wordt bedoeld: de overtuiging dat de Bijbel ruimte laat voor vrouwelijke ambtsdragers én de overtuiging dat dit juist tegen Gods Woord in gaat. Wat voor onze kerkenraad belangrijk was: de argumenten die GS Meppel 2017 gebruikte, de ‘gronden’ onder het besluit, zijn vervangen. Er is niet meer geprobeerd om in een korte besluittekst alle argumenten te noemen. Er wordt vooral verwezen naar de doorlopende argumentatie in een uitgebreid rapport (65 pagina’s) met de titel ‘Elkaar van harte dienen’. Wel zijn de belangrijkste punten van dat rapport samengevat in nieuwe gronden onder het besluit.
Voor de kerkenraad van Capelle Zuid/West was dit synodebesluit reden om voorlopig te besluiten: de mogelijkheid van vrouwelijke ouderlingen wordt ingevoerd met ingang van de komende talstelling (maart 2021). We willen graag de gemeente hierin meenemen. Het zou het mooiste zijn als ieder zelf het hele rapport van de synode zou lezen. Dat is echt de moeite waard. Maar omdat we begrijpen dat het teveel of te moeilijk kan zijn, proberen we kort en begrijpelijk de belangrijkste dingen eruit te halen. Daarnaast gaan we nog in op bezwaren die inmiddels tegen de synodebesluiten ingebracht zijn.
Vanuit de teksten naar het grote geheel en terug
Kan een vrouw geroepen worden om ouderling te zijn? Het zou makkelijk zijn als de hele bijbel daar duidelijk over was, of als er kant-en-klare teksten over waren. Maar zo is het niet. Zo werkt het ook bij andere onderwerpen niet. Het gaat altijd om het geheel van de bijbel. Daarbij is er een soort
heen-en-weer beweging: van de uitleg van aparte teksten naar een groter geheel, en weer terug. Vanuit allerlei teksten belijden we samen wat de leer van de bijbel over een onderwerp is. En vanuit die leer leggen we daarna weer de teksten uit.
Neem de belijdenis over Jezus Christus als voorbeeld. We belijden dat Hij tegelijk echt God en echt mens is. Er is niet één tekst die dat zo nadrukkelijk zegt, maar uit allerlei teksten kwam de kerk bij die geloofsuitspraak. Vanuit die leer over Christus begrijpen wij nu andere teksten. Die leer stuurt soms ook de uitleg van teksten: de uitleg moet passen in het geheel van die belijdenis.
Over sommige onderwerpen, zoals wie Jezus Christus is, kreeg de kerk al vrij vroeg duidelijkheid die altijd gebleven is. Over andere onderwerpen kwam die duidelijkheid pas later, en na veel discussie. Bijvoorbeeld dat je mensen niet als slaaf kunt gebruiken. De spannende vraag is of de kerk nu groeit naar een nieuwe duidelijkheid over de verhouding van man en vrouw. De synode van Goes 2020 heeft geprobeerd om daarover zo’n ‘groter geheel’ te beschrijven. Als samenvatting vanuit allerlei teksten én om vandaaruit naar de verschillende teksten te kijken. Kan het zijn dat over honderd jaar iedereen dat even vanzelfsprekend vindt als de afschaffing van de slavernij, terwijl we nu nog in de discussie daarover zitten?
Genesis 1-3 en de brieven van apostel Paulus
Als je dat ‘grote geheel’ wilt beschrijven, welke plek geef je dan aan de verschillende elementen? Belangrijk is natuurlijk het begin van de bijbel, Genesis 1 en 2. Hoe heeft God alles gemaakt en bedoeld? Onze Heer Jezus laat zelf in zijn onderwijs een paar keer zien dat je altijd terug moet naar dat begin. Maar we hebben ook gedeeltes in brieven van apostel Paulus die daarover gaan. Lange tijd is vooral uitgegaan van 1 Timoteüs 2. Paulus staat de vrouw niet toe om zelf te onderwijzen of gezag over mannen te hebben. Daarbij schrijft hij: ‘want Adam werd als eerste geschapen, pas daarna Eva. En niet Adam werd misleid, maar de vrouw; zij overtrad Gods gebod.’ Vooral vanuit deze tekst werd het scheppingsverhaal gelezen en uitgelegd: al bij de schepping is de man door God boven de vrouw geplaatst.
Maar moet je inderdaad bij die tekst beginnen? Leert de bijbel ons dit als een scheppingsorde? Er zijn goede redenen om de tekst uit 1 Timoteüs 2 anders uit te leggen. Je kunt het lezen als een reactie van Paulus op een verkeerd gebruik van zogenaamde bijbelse gegevens (zie uitleg verderop). Dan is het geen uitspraak die een soort blijvende bril geeft voor het lezen van Genesis 1 tot 3. Het rapport van de synode begint daarom bij zorgvuldig lezen van Genesis zónder die ‘bril’. Bij de schepping van man en vrouw ligt er opvallend veel nadruk op de gelijkheid. Man en vrouw zijn beiden gemaakt naar Gods beeld. Sámen heten ze ‘mens’ (Gen.5:2), met één opdracht: naast elkaar werken aan Gods schepping. De vrouw als ‘hulp’ voor Adam is meer zijn spiegelbeeld náást hem (letterlijk: tegenover), dan zijn ondergeschikte. Dat is vooral opvallend omdat Genesis geschreven zal zijn in een cultuur waarin de vrouw duidelijk wel ondergeschikt was en de man het gezag had. Want zo was de cultuur in al die eeuwen in dat deel van de wereld.
Belangrijk is ook dat Genesis 3 goed gelezen wordt. De vrouw krijgt te horen: ‘je zult je man begeren en hij zal over je heersen’ (Gen.3:16). Daar is in het verleden een opdracht van gemaakt. Veel vrouwen hebben dat te horen gekregen op hun trouwdag: ‘deze ordinantie van God zult gij niet tegenstaan, maar veel meer het gebod van God gehoorzaam zijn’, zei het oude huwelijksformulier. Maar het is in Genesis 3:16 geen opdracht. Het is een onderdeel van de vloek van God als reactie op de zonde. Het staat naast ‘zwoegen zul je als je baart’, en ‘vervloekt is de akker, zwoegen zul je om ervan te eten’, als vloek over de man. Er zijn veel redenen om uit het begin van Genesis de conclusie te trekken: bij de schepping van man en vrouw zijn zij vooral aan elkaar gelijk. Verschillend gemaakt, om elkaar aan te vullen. Maar gelijk in hun opdracht tegenover God.
De ‘zwijgteksten’
Er was veel kritiek op wat het besluit van GS Meppel 2017 zei over de zogenaamde zwijgteksten. Dat zijn de teksten van apostel Paulus in 1 Timoteüs 2 en 1 Korintiërs 14. Daarin lijkt hij het spreken van vrouwen in de samenkomst en het gezaghebbend onderwijs door vrouwen in de kerk te verbieden, als goddelijk gebod voor de kerk van alle tijden. GS Meppel 2017 zei daarover dat de uitleg van die teksten te omstreden was. Ze konden niet gebruikt worden om de vrouw in het ambt voor altijd te verbieden. Het leek daarbij alsof GS Meppel 2017 niet meer zei dan ‘er is verschil in uitleg, daarom kun je de teksten niet gebruiken’. Dat zou inderdaad te simpel geweest zijn. Maar de synode van Meppel had veel meer over die teksten gezegd. Iedereen die meegedaan had aan de besprekingen in die synode bevestigde dat. Alleen was dat helaas niet in de besluittekst opgenomen.
In het commissierapport van GS Goes 2020 worden de teksten wel uitgebreid besproken. Een uitleg van 1 Timoteüs 2 kan zijn: Paulus begint hier niet zelf over Genesis 1 tot 3; hij reageert op wat opstandige vrouwen in Efeze daarover roepen. Zij beriepen zich op Eva: de vrouw is belangrijk, want Eva is de moeder van iedereen. En de man was zo zwak dat hij verleid werd. Als reactie daarop zegt Paulus dan: maar Adam werd eerst geschapen, en de vrouw heeft zich (ook) behoorlijk laten misleiden. Daarmee verbiedt hij niet elke vorm van gezaghebbend leidinggeven door een vrouw. Het gaat hem om het op eigen gezag optreden van deze vrouwen (er wordt een zeldzaam woord gebruikt dat iets betekent als ‘eigenmachtig optreden’).
Het ‘niet spreken’ in 1 Kor.14 kan ook niet betekenen dat vrouwen nooit iets mogen zeggen in een samenkomst. In hoofdstuk 11 ging het nog over vrouwen die profeteren. Paulus heeft het over situaties dat iemand als profeet gesproken heeft en dat anderen daarover beoordelend spreken. Vrouwen moeten zich vrijwillig daar buiten houden, omdat het niet mooi staat als ze daaraan meedoen. De verwijzing van Paulus naar ‘de wet’ gaat waarschijnlijk over dat wat toen in de maatschappij gebruikelijk was.
De synode heeft niet gezegd dat dit de enige goede uitleg van deze teksten is. Wel dat deze uitleg goed mogelijk is. Het is een uitleg op een gereformeerde manier, met respect voor het gezag van de bijbel. Daarom moet de ‘klassieke’ uitleg van vooral 1 Tim.2 niet meer gebruikt worden als enige ‘bril’ voor het lezen van Genesis 1-3.
Niet heersen maar dienen
De synode van Goes zocht naar het ‘grotere geheel’ over de verhouding van man en vrouw. Daarom keek de synode niet alleen naar teksten over mannen en vrouwen. Het gaat bij dit onderwerp ook over gezag. Wat leert Jezus Christus ons daarover? In het rapport staat een mooi stuk over de grondregel van het koninkrijk: niet heersen, maar dienen.
Heersen (willen heersen) is normaal geworden, sinds de zondeval. Maar wat maakt dat veel kapot. Het is duidelijk een deel van de vloek in deze wereld. Die vloek sprak God zelf uit over de vrouw (Gen.3:16), en het werkt door in heel ons bestaan.
Daartegenover leert Christus ons om niet te (willen) heersen maar te dienen. Hij deed het zelf. Zijn apostelen gaven het door. In gemeente én huwelijk begint Paulus bij elkaar onderdanig zijn (Efez.5:21). Ook in de cultuur van die tijd, waarin iedere vrouw een man als ‘hoofd’ nodig had, geeft de apostel van Christus een nieuwe orde door: toewijding aan elkaar, verbondenheid. Leven in het huwelijk zoals Christus verbonden is met zijn gemeente, in liefde.
Ook in de maatschappelijke verhoudingen werkt dat evangelie genezend. Slaven en vrijen zijn in Christus aan elkaar gelijk. Verschillen tussen volken vallen weg. In de gemeente van Christus groeit de nieuwe werkelijkheid van genade. Niet meer heersen maar dienen. Geen rangorde waarin de één heerst over de ander, maar liefdevol dienen. Samen in Christus gelijk zijn. Maatschappelijke gezagsverhoudingen, zoals vader-kind en meester-slaaf, blijven dan wel, maar de eenheid in Christus staat voorop.
Dit stelt de kerk voor belangrijke vragen. Doen we het wel goed als we blijven spreken over het gezag van de man boven de vrouw? Houden we dat niet iets in stand van vóór Pinksteren. Iets van de vloek van Genesis 3? Want ook in het ambt gaat het niet vooral over gezag, maar over dienst. Alleen het Woord heeft gezag. Een ambtsdrager heerst niet, maar dient de gemeente en het gemeentelid, met het gezag van het Woord.
Diversiteit in overtuiging en praktijk
Heeft de synode nu voor alle kerken besloten dat de vrouw in het ambt moet? Zeker niet. In het rapport staat een heel hoofdstuk over diversiteit en eenheid. En in het uiteindelijke besluit heeft de synode op het laatst nog nadrukkelijk toegevoegd: beide overtuigingen en praktijken behouden hun volwaardige plaats in de kerken. De ene gemeente kan met overtuiging een vrouw als predikant beroepen, de andere gemeente kan met overtuiging alleen mannen roepen tot het diakenambt. We veroordelen elkaar daarin niet. Ook in gezamenlijke vergadering (zoals de classis) respecteren we als kerken elkaar, en leggen geen druk aan de ander op.
Zo laten we ruimte voor verschillen tussen de kerken. Dat waren we al gewend rond andere onderwerpen. Het rapport noemt als voorbeeld de doop van geadopteerde kinderen. Een synodebesluit daarover, in 1978, liet ook die ruimte voor verschil in praktijk. Terwijl er over dat onderwerp ook heel principieel gesproken werd!
Het is wel belangrijk om dan helder te houden wat de synode bedoelde. Er kan verschil zijn omdat wij niet met volle zekerheid kunnen zeggen wat de wil van de Heer is. Dat ligt niet aan zijn Woord, maar aan ons: we zijn te beperkt in ons begrijpen. Het gaat niet over tegenstrijdigheid in de bijbel of in God zelf. Zo wordt het synodebesluit wel eens uitgelegd. Dan worden er sterke veroordelingen uitgesproken. Maar die doen geen recht aan deze besluiten.
Het gezag van de bijbel
In veel vragen aan de synode klonk grote zorg: raken we het gezag van de bijbel niet kwijt? Opeens wordt de bijbel zo anders uitgelegd dan eerst. Zijn deze besluiten niet het bewijs dat een verkeerde uitlegmanier (‘nieuwe hermeneutiek’) in de kerken ruimte krijgt: een uitlegmanier waarbij dingen van búiten de bijbel de doorslag geven en de bijbel zelf geen gezag meer heeft? De synode zei: inderdaad worden teksten nu anders uitgelegd dan eerst. Maar dat is niet een andere manier van omgaan met de bijbel. In de vele eeuwen kerkgeschiedenis is het vaker gebeurd dat er een nieuwe uitleg kwam. De kerk ging de bijbel op allerlei onderwerpen anders begrijpen. De aanleiding daarvoor kan ook van buiten komen. Daardoor gaan we beter lezen wat er wel en niet staat. Je ontdekt soms dat je de teksten altijd las vanuit een (buiten-bijbels) vooroordeel. Of je merkt nu dat er spanning zit tussen je gebruikelijke uitleg en andere bijbelgedeeltes, waar je eerder overheen las. Daardoor ga je opnieuw de bijbel lezen.
Je kunt met de bijbel omgaan op de manier van ‘het staat er wel, maar het geldt niet meer voor ons nu’. Dan heeft de bijbel inderdaad geen gezag meer. Dat zou een verkeerde nieuwe omgang met de bijbel zijn. Je kunt ook ontdekken: we dachten altijd dat dit er stond, maar staat het er wel echt? Misschien is dat wel iets dat veranderd is: we zijn wat meer bescheiden, wat minder stellig over ónze conclusies vanuit de bijbel.
Twee lijnen of één lijn
GS Goes 2020 zei: je kunt spreken over twee lijnen in de Schrift (gelijkwaardigheid maar ook verschil in verantwoordelijkheid tussen mannen en vrouwen), maar er is ook ruimte om te spreken over één lijn van gelijkwaardigheid, beschadigd door zonde en vloek maar hersteld in Christus.
Die uitleg over ‘twee lijnen’ is een mooie samenvatting. Vaak hebben we het geheel van wat de bijbel zegt over man en vrouw beschreven als: er zijn twee lijnen in de bijbel. Man en vrouw zijn gelijkwaardig én de man heeft extra verantwoordelijkheid. In de verschillende bijbelteksten herken je vooral de ene of de andere lijn. En beide blijven gelden voor de kerk van Christus: zo moet het. Het opnieuw lezen en doordenken van de bijbel leerde dat je het ook kunt zien als één lijn. Man en vrouw zijn gelijkwaardig geschapen, maar de zonde doorbrak die mooie eenheid. De vaak overheersende houding van mannen is deel van de vloek van God om onze zonde (Genesis 3). Die werkt nog steeds door, ook in de kerk. Maar het verlossende werk van Christus is ook dat hij die
verhouding herstelt. Juist in de kerk. In sommige teksten zie je nog hoe uitgegaan wordt van de ongelijkheid (omdat dat in heel de samenleving toen zo was). Maar de kerk mag de nieuwe werkelijkheid in Christus laten zien: herstel van de goede verhouding, gelijkwaardigheid, in dienende liefde. De ene geknikte lijn mag weer omhoog gaan.
Hoe nu in de praktijk?
De kerkenraad vroeg aan de synode om een betere onderbouwing van de besluiten. De GS Goes 2020 heeft die onderbouwing gegeven. Voor de kerkenraad is dat voldoende. Eerder besloot de kerkenraad al om de besluiten over openstelling van de ambten te aanvaarden. Met deze verbeterde onderbouwing kunnen we nu besluiten om in Capelle Zuid/West ook het ambt van ouderling open te stellen voor vrouwen. Met ingang van de komende talstelling zou dan aan de gemeente gevraagd kunnen worden om ook namen van geschikte zusters te noemen. Over vrouwelijke voorgangers, preeklezers en predikanten beslissen we later.
De kerkenraad heeft het voornemen om dit besluit over vrouwelijke ouderlingen half februari te nemen. We delen het nu met de gemeente, want we willen graag in gesprek. We hopen ook dat in de gemeente hierover gesproken wordt. Als gemeenteleden bezwaren houden, is het goed om naar elkaar te luisteren. Wat de synode uitsprak over de kerken, willen we hier in Capelle graag oefenen: ruimte voor verschil in overtuiging, terwijl we elkaar vasthouden in de eenheid in Christus.
Door in deze maand te luisteren in de gemeente, willen we als kerkenraad beoordelen of we als gemeente toe zijn aan een besluit hierover. We bidden om goede gesprekken in een klimaat van aanvaarding en vrede.
de kerkenraad